• Snel herstel met onze oefeningen
  • Trainingsprogramma’s op maat
  • Betrouwbare informatie van de sportzorgprofessional

Veel voorkomende schaatsblessures

Voor veel schaatsers is het trainingsseizoen alweer begonnen. Dit weekend start het schaatsseizoen voor de Nederlandse topschaatsers ook weer. Schaatsen is een veel beoefende sport in Nederland, dus de komende weken zullen veel mensen weer op het ijs stappen. Daarom vandaag extra aandacht voor blessures die bij schaatsers voorkomen.

Tekst gaat onder de afbeelding verder
Veel voorkomende schaatsblessures

De meeste schaatsenrijders hebben wel eens last van een liesblessure. De liesblessure ontstaat vooral wanneer gestart wordt op zacht ijs tijdens een training. Veelal verloopt de start dan minder goed door de weerstand van het ijs, waardoor de sporter geneigd is ook nog eens een groter aantal herhalingen uit te voeren. De schaatsenrijder blijft bij het starten eveneens veelal tussen de schaatsen in hangen, om op tijd de volgende afzet te maken.

Indien de groep wat groter is en de sporter op zijn beurt moet wachten, is de sporter op het moment dat hij moet rijden te veel afgekoeld. Hierdoor loopt de sporter eveneens een verhoogd risico op blessures.
Deze factoren hebben een aantal verschillende blessures tot gevolg. De verhoogde weerstand van het ijs belast vooral de heupbuigers. Het grotere aantal herhalingen belast vooral de adductoren. Het afkoelen tussen de oefeningen door kan voor een verhoogd risico zorgen.

Er zijn ook opvallend vaak problemen met de rug. De schaatser rijdt in een gekromde houding, en steeds links de bocht om. Bij inspectie van de ontwikkeling van de rugspier, is dan ook vaak een sterker en minder sterk ontwikkelde kant te zien. Wanneer krachttraining wordt gedaan, wordt veel met vrije gewichten getraind. De squat is een graag gedane oefening die zorgvuldig en onder goede begeleiding dient te worden uitgevoerd. Gezien het feit dat de meeste schaatsenrijders sterk ontwikkelde benen hebben en een veel minder sterk ontwikkeld bovenlijf, kan het gebeuren dat een gewicht met de benen makkelijk te dragen is, maar met het bovenlijf alleen als alles goed gaat. Juist daar gaat het dan wel eens mis, waarbij dan ook mogelijk de ongelijk ontwikkelde rug een extra risicofactor zou kunnen zijn.
Schaatsen gaat zo snel en de baan is zo krap dat vaak niet de val zelf het probleem veroorzaakt, maar het terug op het ijs kaatsen na het contact met de baanbeveiliging. De val is door het gladde oppervlak niet te controleren, waardoor de sporter een speelbal wordt.

Verder komen bij het marathonschaatsen toch met een zekere regelmaat snijwonden voor. Dit is, gezien het aantal rijders dat tegelijk op de baan is, niet echt een grote verrassing. Tijdens trainingen is het op de meeste banen verplicht om handschoenen te dragen en tijdens marathonwedstrijden eveneens, maar de scheenbeschermers zijn nog niet verplicht.

Liesblessure

Veel schaatsers hebben wel eens een liesblessure gehad. De belasting van de spieren uitgaande van de lies is dan te groot geweest ten opzichte van de belastbaarheid. Onvoldoende warming-up en ook zacht ijs kunnen daarbij een rol spelen. Bij onvoldoende warming-up zijn de spieren niet genoeg aangepast aan de krachtsexplosie van een start, op zacht ijs moet meer kracht gezet worden bij de start en zal bovendien het aantal afzetbewegingen bij de start groter zijn.

De liesblessure voelt vaak als een trekkende krampende pijn in de liesregio, vooral bij een explosievere belasting. Soms blijven er klachten na een doorgemaakte spierscheuring in de lies, maar ook zonder spierscheuring kunnen er liesblessures ontstaan. Beoordeling door (sport)arts/fysiotherapeut kan daarom ook noodzakelijk zijn.
De behandeling is over het algemeen niet-operatief, waarbij vermindering van de sportbelasting, rekoefeningen, buikspierversterking en fysiotherapie voorop staan.
Om terugkomend letsel te voorkomen moet de trainingsintensiteit langzaam opgebouwd worden. Een goede warming-up is essentieel om herhaling te voorkomen. Compenserende spieren moeten in de herstelperiode aangesterkt worden om de belastbaarheid van de liesregio te vergroten.

Rugklachten

Schaatsers hebben regelmatig lage rugklachten, terwijl schaatsen op zich een goede training is voor de rug. De rugklachten ontstaan vaak door overbelasting of door valpartijen. De schaatser staat lange tijd voorover gebogen en in de bocht naar links geleund. Hierdoor worden telkens dezelfde spieren, wervels en tussenwervelschijven belast, waardoor overbelasting kan ontstaan. Fanatieke schaatsers hebben vaak een asymmetrische opbouw van de rugspieren, waarbij één kant sterker ontwikkeld is dan de andere kant. Door valpartijen kunnen scheefstanden ontstaan in bekken en lage rug die ook klachten kunnen veroorzaken. De klachten treden meestal op tijdens en na het sporten.

Bezoek aan een sportarts of -fysiotherapeut is gerechtvaardigd als er uitstralende pijn naar armen of benen op de voorgrond staat, kracht verlies in been of arm optreedt, de rugpijn na een val of botsing ontstaan is, wanneer de rugpijn op een leeftijd van minder dan 20 jaar of meer dan 50 jaar is ontstaan en als er problemen met plassen zijn.
Manuele therapie, spierversterkende oefeningen voor de buik- en rugspieren zijn vaak afdoende om de klachten te doen verminderen. Tijdelijke vermindering van de trainingsbelasting is gedurende forse klachten gewenst.

Snijwonden

Door valpartijen, maar ook bij de start met een eigen schaats kunnen snijwonden ontstaan. Afhankelijk van de snelheid, bescherming en scherpte van de schaats kan de wond diep of oppervlakkig zijn.

Bij oppervlakkige snijwonden moet de wond eerst goed schoongemaakt worden. Het goed door laten bloeden is daarbij belangrijk, vervolgens kan met leidingwater de wond uitgespoeld worden. Daarna moet de wond goed droog gedept worden en kan de wond ontsmet worden met bijvoorbeeld jodium. Blijft de wond bloeden, moet deze afgedekt worden .
Bij diepere snijwonden bestaat de kans dat onderliggende structuren, zoals een bloedvat, pees of zenuw, beschadigd zijn. Met name peesletsels rond de binnenkant van de enkel komen relatief veel voor. De behandeling is afhankelijk van het letsel. Bij diepe snijwonden is het noodzakelijk een Spoedeisende Hulp te bezoeken.
Een slagaderlijke bloeding is een direct levensbedreigende verwonding. Daarbij moet snel gehandeld worden door het dichtdrukken van de slagader boven de verwonding en hulp in te schakelen via 112.
Het herstel van peesletsel neemt vaak een lange tijd in beslag.
Valpreventie en bescherming zijn de beste methoden om snijwonden te voorkomen. Een goede techniek en naleving van de regels op de schaatsbaan voorkomen veel valpartijen en daarmee snijwonden. Naast de van oudsher bekende beschermende kleding wordt steeds vaker gebruik gemaakt van snijvaste materialen, die met name rond de enkels gebruikt worden.

Wil jij meer weten over schaatsen en blessures? Bekijk dan onze schaatspagina.


Zoek een sportzorgprofessional