• Snel herstel met onze oefeningen
  • Trainingsprogramma’s op maat
  • Betrouwbare informatie van de sportzorgprofessional

Vrouwen en intensief sporten

Het aantal vrouwen dat intensief aan sport doet is de afgelopen decennia enorm toegenomen. Op zichzelf is dit een positieve ontwikkeling, maar in combinatie met het huidige ideaalbeeld van het lichaam van de vrouw, lopen veel atletes het risico gezondheidsproblemen te ontwikkelen. De combinatie van de drie gezondheidsproblemen die bij atletes regelmatig voorkomen zijn gestoord eetgedrag, menstruatiestoornissen en osteoporose. Tezamen werden ze de 'female athlete triad' genoemd. Nu heet het RED-S.

Trias van gestoord eetgedrag, menstruatiestoornissen en botontkalking

Deze trias van gezondheidsproblemen werd in 1992 voor het eerst beschreven. Gezien het gegeven dat bij veel sporten dun zijn een voordeel is, zal een atlete die graag wil uitblinken dus ook vaak willen afvallen en daarmee een risico lopen om een gestoord eetgedrag te ontwikkelen. Het verstoorde eetgedrag kan leiden tot een
verstoring van de menstruele cyclus en uiteindelijk tot botontkalking (osteoporose). Botontkalking geeft een verhoogde kans op het ontstaan van vermoeidheidsbreukje (stressfracturen) en uiteindelijk ook van botbreuken. Elk van de drie factoren verhoogt de kans op andere aandoeningen en blessures, maar als ze alledrie tezamen voorkomen is het risico nog veel groter.

Om te ontdekken welke atletes risico lopen is preventieve screening erg belangrijk. Hiermee moet je al beginnen voordat er sprake is van intensief sporten.

Tekenen van gestoord eetgedrag moeten de atlete en haar begeleiders herkennen én erkennen. Hiervoor is het van belang om de menstruatiecyclus bij te houden.

Bij lichamelijk onderzoek moet de arts letten op signalen die passen bij de trias, die in eerste instantie bestaan uit een relatief laag lichaamsgewicht en laag lichaamsvetpercentage. Daarnaast kun je met bloedonderzoek de schildklierfunctie, de voedingstoestand en de hormoonhuishouding in kaart brengen. Tot slot kan de botdichtheid worden gemeten bij atleten die menstruatieproblemen hebben.

Als dit bijvoorbeeld om het jaar gebeurt, kun je de mate van botverlies bepalen. Het meten van de botdichtheid is (vooral uit kostenoverwegingen) binnen de huidige sportmedische begeleiding van sportsters nog geen gewoonte.

(Midden-)Langeafstand lopen en de springnummers zijn binnen de atletiek de risicosporten voor het ontwikkelen van gestoord eetgedrag. Bij atleten die deze nummers beoefenen begint het Trias vaak met het volgen van een dieet om af te vallen. Als het dieetgedrag extremer wordt is er al snel sprake van een eetstoornis. Voor de meeste vrouwen is een kortdurend dieet niet schadelijk voor de gezondheid.

Een langer durende disbalans tussen de opname van voedingsstoffen en het energieverbruik kan ernstige gezondheidsproblemen geven. Vooral jonge atletes die nog in de groei zijn moeten zorgen voor voldoende energieopname. Duursportsters als marathonloopsters zouden zo'n 4000 kcal. per dag moeten innemen. Als zij te weinig koolhydraten en eiwitten eten wordt het verbrande (spier)glycogeen onvolledig aangevuld en vindt er onvoldoende herstel plaats.

Herkenning van gestoord eetgedrag
Een atlete die onvoldoende eet is te herkennen aan een of meer van de volgende kenmerken:

  • de atlete heeft honger, is geïrriteerd en heeft concentratiestoornissen,
  • soms is er sprake van trillen en duizeligheid, vooral tijdens de trainingen tussen 3 en 4 uur 's middags
  • de menstruatie wordt onregelmatig of stopt
  • er is sprake van gewichtsverlies, met name tijdens intensieve trainingsperiodes

Onderzoek geeft aan dat veel atletes gestoord eetgedrag vertonen, die soms zelfs leiden tot de psychiatrische ziektebeelden 'anorexia nervosa' en 'bulimia nervosa'.

Kenmerken van anorexia nervosa zijn: gewichtsvermindering tot minder dan 85% van het normale gewicht, angstig zijn / weigeren om aan te komen, gestoord lichaamsbeeld / zelfbeeld, overgeven, gebruik van laxeermiddelen en plastabletten en het hebben van menstruatiestoornissen.

De kenmerken van bulimia nervosa zijn: periodes van extreem veel eten gevolgd door weinig eten en / of overgeven, gebruik van laxeermiddelen en plastabletten. Er bestaan een aantal overeenkomsten tussen een slanke actieve atlete en een anorectische patiënt. Er zijn echter ook een aantal duidelijke verschillen:

  • de atlete traint met een doel en heeft een toenemende fysieke belastbaarheid,
  • de atlete heeft een goed ontwikkeld spierkorset,
  • de atlete heeft een reëel lichaamsbeeld,
  • het vetpercentage van de atlete ligt binnen de normale range,
  • de anorectische patiënt heeft elektrolytstoornissen, hartritmestoornissen, droge huid, donsachtige haargroei en koude-intolerantie.

Het is voor een atlete belangrijk om te bepalen wat voor haar een normaal en gezond lichaamsgewicht is, passend bij de beoefende sport. Ze moet ervoor zorgen dat dit gewicht gehandhaafd wordt. Minder eten en een nog lager vetpercentage leiden op langere termijn niet tot betere prestaties. Een optimale, uitgebalanceerde voeding is de basis voor een verdere verbetering van het prestatievermogen.

Intensief sportende vrouwen lopen een grotere kans op een onregelmatige of zelfs geheel uitblijvende menstruatie. Dit laatste (amenorroe) komt normaal bij 2 tot 5% van de vrouwen voor. Bij sportende vrouwen ligt dit percentage aanzienlijk hoger: tot een gerapporteerd maximum van 60%. Op zich wordt het wegblijven van de menstruatie nogal eens als plezierig ervaren (dan ben je in eder geval van dat gedoe af), maar het is belangrijk dat de atlete weet dat er een medisch risico aan verbonden is.

Het belangrijkste schadelijke effect van amenorroe is botontkalking (osteoporose), de derde factor van de trias. Er is nog maar weinig bekend over eventuele gevolgen op de langere termijn op de vruchtbaarheid. Mogelijk is er een hogere kans op het ontstaan van borstkanker. Om de precieze frequentie en duur van de cyclus respectievelijk van de ernst van de menstruatiestoornissen, verdient het aanbeveling dat de atlete een menstruatiekalender bijhoudt.

Bij osteoporose is sprake van een inadequate botopbouw en vroegtijdig botverlies. Normaal gesproken wordt de grootste botmassa bereikt tussen de 18 en 25 jaar. Verantwoorde fysieke belasting in de jeugd heeft een positieve invloed op de maximale waarde die bereikt wordt.

Normaal gesproken neemt de botdichtheid na het 25e levensjaar licht af. Na de menopauze verloopt dit proces wat sneller. Bij intensief trainende atletes met amenorroe kan de vermindering snel gaan. Er zijn voorbeelden van een met 25% verminderde botmassa. Door de verlaagde oestrogeenspiegel wordt minder calcium opgenomen uit de voeding. Omdat calcium een onmisbare rol speelt bij onder andere de zenuwgeleiding en de samentrekking van het hart, zal dit mineraal noodzakelijkerwijs aan het skelet worden onttrokken. Hierdoor neemt de botdichtheid af en wordt de kans op stressfracturen en uiteindelijk ook botbreuken duidelijk vergroot.

Aanvankelijk merkt de atlete niets van botontkalking. De meeste gevallen komen pas aan het licht door het optreden van een stressfractuur. De behandeling van osteoporose bestaat uit het aanpassen van het dieet en van de trainingsintensiteit. Als dit onvoldoende helpt kan oestrogeen worden toegediend. Het toedienen van oestrogeen kan via de anticonceptiepil of met oestrogeenpleisters. Inname van calciumsupplementen of een neusspray met calcitonine zijn ook twee voorbeelden om de calciumopname te verhogen. Door deze maatregelen neemt de botdichtheid doorgaans weer toe, maar deze keert nooit meer terug op het oude niveau.

Alle vrouwelijke atleten, die intensief trainen en een sport beoefenen waarbij een laag lichaamsgewicht en/of een magere lichaamsvorm een voordeel oplevert, lopen het risico de 'Female Athlete Triad' te ontwikkelen. De atlete zelf, haar ouders en trainer en de begeleidend arts moeten zich bewust zijn van de risico's die aan de trias verbonden zijn. Tijdige signalering en behandeling kunnen complicaties en blessures voorkomen. De begeleiding van een atlete mag zich niet beperken tot het voorschrijven van trainingsschema's. Het uitvoeren van een voedingsanalyse, een registratie van de menstruatiecyclus, het regelmatig meten van het lichaamsgewicht en het vetpercentage zouden routine moeten zijn. Voorkomen is beter dan genezen! Bij het schrijven van dit artikel is gebruik gemaakt van het artikel van Thea Sybesma in 'Richting Sportgericht', jrg. 2002, nr. 1 (bl. 31-33).

Atletiekunie

De Atletiekunie schept voorwaarden voor de beoefening van baanatletiek en loopsport. Door het grote scala aan mogelijkheden zijn atletiek en loopsport zeer veelzijdige sporten, die door jong en oud van recreatief tot hoog prestatief niveau beoefend kunnen worden. De Atletiekunie wil vanuit haar positie als natuurlijke autoriteit voor zowel de baanatletiek als de loopsport haar atleten en sporters optimaal ondersteunen en faciliteren. In de profilering van de atletiek en de loopsport wordt waar mogelijk zowel de samenhang als de wisselwerking tussen top- en breedtesport versterkt en benut. De loopsport is een laagdrempelige sport die zich bij uitstek leent om beginnende sporters op weg te helpen een meer actieve leefstijl aan te nemen. Vanuit haar positie als maatschappelijke organisatie neemt de Atletiekunie haar verantwoordelijkheid in de opvang en begeleiding van iedereen die door de loopsport verbetering van fitheid, gezondheid en sociaal welbevinden nastreeft. Het is onze ambitie om alle sporters en doelgroepen op inspirerende wijze te ondersteunen in het realiseren van hun persoonlijke ambities. Het is onze uitdaging om in die diversiteit op flexibele wijze tot maatwerk te komen.

Meer informatie via www.atletiekunie.nl

Zoek een sportzorgprofessional