• Snel herstel met onze oefeningen
  • Trainingsprogramma’s op maat
  • Betrouwbare informatie van de sportzorgprofessional

193km in 8h06 / 2718 hoogtemeters / ~ 23,8kmh / ~ hartfrequentie 131/min

Col du Portel gaat me makkelijk af, voel me sterk vandaag! Op de top snel water pakken om met een banaan achter mijn kiezen aan de afdaling te beginnen. Vandaag laat ik het peloton achter me. Alleen, genieten van de omgeving, in stilte. Onderweg kom ik een wielrenner tegen, ik ga bij hem in het wiel rijden maar zijn snelheid zakt terug. Ik haal hem in en ga alleen verder. Vijf minuten later rijdt hij bij mij in het wiel. Ik laat me terugzakken en stel voor kop over kop te rijden. Ik vertel hem dat ik al twee weken aan het fietsen ben, etappes van de Tour de France. ‘Vous etes jeune’, antwoordt hij, ‘moi je suis soixante-cinq’. En dus is het logisch dat hij in mijn wiel rijdt. Het maakt me niet uit, we rijden verder. Een kleine heuvel ligt voor ons, met hetzelfde tempo spurt ik hem op. De renner zakt terug, als ik omkijk zwaait hij dat ik hem moet laten gaan, tien minuten later kom ik hem enthousiast zwaaiend tegemoet.
Port de Lers hult zich in mist. Geen lange klim, wel nat. Ik bereik de top, droog me af en doe snel een regenjas aan. Rustig afdalen, geen risico’s nemen gezien de gladheid. 900 meter afdalen, het lijkt een eeuwigheid te duren. Halverwege begin ik te rillen. Rillen wordt klappertanden, beven, ik zit te shaken op de fiets. Ik houd me vast aan de gedachte dat het beneden warm zal zijn. Mijn vingers verkrampen, ik kan niet meer remmen. Mijn gedachten nemen een vlucht. Ik moet op zoek naar warmte; campers langs de weg zijn donker, in de verte een dorp tegen de heuvel. Geen café, geen licht achter de ramen, ik besluit te schuilen in een kerk. Het is er in ieder geval droog. Ik bel de organisatie. Klappertandend produceer ik dat ik koud heb en moet drie keer uitleggen waar ik ben. Ze gaan iets regelen. Wachten duurt lang, ik eet mijn laatste voeding op. Heeft niemand het dan koud? Vogels fluiten dat er niets aan de hand is, de bellen van grazende koeien luisteren de omgeving op. De eerste renners van ons peloton komen naar beneden. Ik roep ze, ze horen me niet. Ik spring op de weg, de eerstvolgende renner stopt, hij trekt zijn jas uit en stelt me gerust. We gaan rustig aan verder peddelen. Beneden duiken we een café in voor een chocolat chaud. Half uur later klaar voor de volgende klim. Dankbaar beklim ik le Mur de Peguere, door de inspanning krijg ik weer warm bloed in mijn koude spieren. Als ik in Foix arriveer wordt ik met een warme trui en schouderklopjes ontvangen. Bijna was ik afgestapt.
 

Zoek een sportzorgprofessional