• Snel herstel met onze oefeningen
  • Trainingsprogramma’s op maat
  • Betrouwbare informatie van de sportzorgprofessional

Schildklieraandoeningen

Bijna 1 miljoen mensen in Nederland hebben een schildklieraandoening. Dit kan een grote beperking vormen bij het beoefenen van sport. Daarnaast is sporten, in combinatie met optimale medicatie, één van de facetten van de behandeling van mogelijke klachten. Reden genoeg om stil te staan bij deze aandoening, het klachtenpatroon en de relatie met sporten.

Aandoeningen van de schildklier kunnen verschillende klachten geven. Een aantal van deze klachten kunnen invloed hebben op het beoefenen van sport, zoals spierklachten, een veranderde hartslag en een verminderd inspanningsvermogen. Hierdoor moeten veel schildklierpatiënten (tijdelijk) minderen of stoppen met sporten. In dit artikel zullen enkele van de mogelijke oorzaken van deze klachten worden besproken, alsmede enkele voorstellen met het oog op de behandeling.

De schildklier is een orgaan dat zich in de hals bevindt en hormonen afgeeft. Deze schildklierhormonen regelen de snelheid van veel processen in het lichaam, zoals de energie-huishouding en de snelheid van de spijsvertering. Wanneer de schildklier te langzaam werkt, noemen we dit hypothyreoïdie. Klachten van hypothyreoïdie zijn vermoeidheid, gebrek aan energie, trage spijsvertering, gewichtstoename, spierklachten en inspanningsproblemen. Bij een te snel werkende schildklier is er sprake van hyperthyreoïdie. Hierbij versnellen de processen in het lichaam; patiënten voelen zich gejaagd, hebben een snelle spijsvertering, kunnen gaan trillen en vaak vallen ze af. Schildklierhormonen hebben ook invloed op het hart. De snelheid van de hartslag maar ook de kracht staan onder invloed van de schildklierhormonen. Hierdoor kunnen de problemen bij het verrichten van een inspanning deels verklaard worden; het hart kan zich niet goed aanpassen aan de hoge eisen die bij sporten worden gesteld.

Schildklieraandoeningen hebben effect op de spiervezels. Grofweg zijn er twee verschillende soorten spiervezels. Één type dat met name aanwezig is bij duursporters, het type I. Het andere type is met name aanwezig bij de explosieve sporten, zoals sprinten of gewichtheffen, namelijk type II.
Bij een hypothyreoïdie stijgt het aandeel van de type I vezels, bij een hyperthyreoïdie stijgt juist het aandeel van de type II vezels. Hierdoor ontstaan waarschijnlijk de klachten van spierpijn, spierzwakte en spierkrampen bij beide schildklieraandoeningen.

Deze verandering in de ‘spiervezelverhouding’ keert niet direct terug wanneer de aandoening goed wordt behandeld met medicijnen. Dit herstel duurt lang, en is niet altijd volledig. Hoe lang en hoe ernstig de hormoon hoeveelheid afwijkend is geweest, is hierop sterk van invloed.

Sporten bij een schildklieraandoening kan problemen opleveren. De invloed van de hormonen op de spiervezels, het hart en de energiehuishouding zijn hier de oorzaak van.

Met de effecten van de schildklierhormonen op de spiervezels in het achterhoofd, kan het volgende beweegadvies worden gegeven. Sporten kan de spieren helpen om ondanks de schildkieraandoening in betere conditie te komen. In het geval van een hypothyreoïdie is krachttraining het meest aan te raden. De spieren versterken door het oefenen met gewichten heeft bij deze aandoening waarschijnlijk het meeste effect. Bij patiënten met hyperthyreoïdie is een duurtraining aan te bevelen. Lange, maar weinig tot matig intensieve inspanningen, zoals wandelen, zwemmen, fietsen en hardlopen, kunnen gunstige effecten hebben op de door de hyperthyreoïdie veranderde spieren.

Dit heeft echter pas effect wanneer de medicatie goed is ingesteld en de hormoonspiegels weer normaal zijn. Met medicatie kan zowel de hypothyreoïdie als de hyperthyreoïdie onder controle worden gehouden, door de spiegels van de schildklierhormonen weer naar hun normale situatie te brengen.

Een aantal algemene regels moeten in acht worden gehouden wanneer men sport bij een schildklieraandoening.

  • Belangrijk bij het sporten is om goed naar je lichaam te luisteren en niets te forceren.
  • Begin rustig met sporten om je grenzen te bepalen en probeer deze grenzen langzaam en voorzichtig steeds kleine stukjes op te schuiven.
  • Vaak geldt dat hoe langer en hoe ernstiger de schildklierhormoonspiegel verstoord is geweest, hoe langer het duurt voor het lichaam om weer te herstellen naar de oude situatie.
Nikkie Kruijs

Basisarts

Zoek een sportzorgprofessional