• Snel herstel met onze oefeningen
  • Trainingsprogramma’s op maat
  • Betrouwbare informatie van de sportzorgprofessional

Paardensport

Paardensport groeit in de wereld. Het is een unieke sport waarbij mens en dier nauw met elkaar samenwerken. De Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie (KNHS) is met ruim 212.000 leden één van de grootste sportbonden van Nederland. De KNHS behartigt de belangen van de aangesloten verenigingen en haar paardensporters, zodat zij de paardensport zo goed mogelijk kunnen beoefenen. Bij de KNHS zijn acht paardensportdisciplines aangesloten: dressuur, springen, eventing, endurance, mennen, aangespannen sport, voltige en reining. De polosport en de draf- en rensport zijn niet bij de KNHS aangesloten. De KNHS richt zich echter niet alleen op sport in wedstrijdverband, maar ook de recreatieve paardensport. In Nederland is de KNHS als sportbond aangesloten bij NOC*NSF en internationaal bij de internationale paardensportbond Fédération Equestre Internationale (FEI).

Het balanceren op de bewegende paardenrug vereist een juiste basishouding. Het bovenlichaam dient opgericht te worden, echter op een ontspannen wijze. Om een goede vaste zit in het zadel te krijgen moeten de knieën tegen of aan het zadel worden gehouden. Hiervoor dienen de bovenbenen zorg te dragen. Bij ervaren ruiters zijn deze spieren dan ook zeer goed ontwikkeld. De voeten, die rusten op de stijgbeugels dienen recht onder de knieën geplaatst te worden anders kunnen de bewegingen van de paardenrug niet gevolgd worden. Dit is zowel voor het paard als de ruiter extra vermoeiend.

De primaire controle van het paard gaat via het toom, de teugels en het bit. Via het zadel en vooral de stijgbeugels is een secundaire communicatie mogelijk. Al deze materialen dienen goed afgesteld te zijn op de individuele maten omdat anders de juiste houding niet bereikt kan worden.
Gaat het paard over in draf dan worden de op- en neergaande bewegingen van de paardenrug groter. De ruiter moet zich hieraan aanpassen door zich in het ritme van de drafbeweging uit het zadel te laten opveren, net even los van de rug. Hierbij werkt een goed gevoel voor ritme voordelig. De beenzetting van het paard tijdens de galop geeft de ruiter een meer vloeiende beweging. Daarbij is er nog een onderscheid tussen linker en rechter galop te maken.

Heeft men het op- en afstijgen en de juiste houding bij de verschillende gangen onder de knie dan wordt het besturen van het paard verder geoefend, waardoor het mogelijk wordt langzamer te gaan, halt te houden en achteruit te gaan, te wenden en te keren en eventueel figuren te maken.
Pikeurs en jockeys kennen daarbij nog een gewichtsprobleem. Vooral op topniveau is een gewicht van circa 55 kg een noodzaak om het paard zo min mogelijk te belasten. De meeste van hen zijn dan ook voortdurend op dieet om niet te zwaar te worden.

Ook de orthopedische belasting blijft doorgaans binnen de perken en een rijverbod op orthopedische gronden is derhalve een zeldzaamheid. Veel discussie is er in het verleden geweest omtrent de belasting voor de wervelkolom. Tegenwoordig is vrijwel iedereen het erover eens dat met name recreatief paardrijden eerder positief werkt op tal van rugklachten dan negatief. De dynamische krachttraining van buik- en rugspieren door het constante balanceren moet hiervoor verantwoordelijk gesteld worden.

Bij de preventie van blessures door het paardrijden moet de nadruk liggen op het voorkomen van ongelukken.

Een zeer belangrijke taak is daarbij weggelegd voor de maneges en de daar werkzame instructeurs. De Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie (KNHS) hecht zeer veel waarde aan een goede opleiding van de instructeurs. Een goede instructeur moet oog hebben voor gevaarlijke situaties en via een goede trainingsopbouw het risico zo veel mogelijk beperken. De manege is verantwoordelijk voor deugdelijk materiaal, dat tijdig wordt vervangen. Ook moet er een goede controle zijn bij het uitlenen van paarden aan derden. Buiten is het paard een verkeersdeelnemer en de rijder moet dan ook de verkeersregels goed in acht nemen. Veiliger is het om buiten in een groep te rijden onder leiding van een instructeur. Kinderen zijn in het verkeer een extra risicogroep en dienen extra goed geïnstrueerd te zijn, alvorens zij buiten mogen rijden. De ruiter zelf is zelf natuurlijk ook verantwoordelijk voor zijn doen en laten. Pas als er sprake is van een goede ruiter-paard verhouding mag men zich op onbekend terrein begeven.

De kleding kan eveneens een preventieve werking hebben. Zeer belangrijk daarbij is het dragen van een goed passende veiligheidshelm, die een beschermende werking heeft tegen letsels van schedel en hersenen. De rijlaarzen beschermen de onderbenen en moeten goed passen in de stijgbeugels, zodat doorschieten wordt voorkomen.

Net als bij andere sporten zitten er aan paardrijden ook risico’s. Het gedrag van het paard wordt deels bepaald door de ruiter, maar het is een dier en die blijft een eigen wil houden of kan schrikken van bijvoorbeeld lawaai. Hierdoor doen zich soms onvoorspelbare situaties voor, die een ongeluk tot gevolg kunnen hebben. Toch is het merendeel van de blessures niet de schuld van het paard maar van onzorgvuldigheden van de ruiter.

Letsel
De meeste ongevallen komen door valpartijen van het paard. Er zijn meerdere oorzaken van valpartijen. Het paard kan ergens van schrikken en daardoor een onverwachte beweging maken, het paard kan weigeren, waarbij de ruiter als het ware naar voren wordt gelanceerd en het paard kan zelf ook vallen, de ruiter meenemend in zijn val.

Gevolgen van dit alles zijn voornamelijk aandoeningen van de bovenste lichaamshelft, zoals het uit de kom raken of breken van de pols, de onderarm, het sleutelbeen, schouder en elleboog.
Een andere bron van acute letsels wordt gevormd door verwondingen die het paard veroorzaakt door trappen of bijten.
Chronische aandoeningen komen minder frequent voor. Overbelastingsletsels van het steun- en bewegingsapparaat komen voornamelijk bij beginners voor en zijn meestal gelokaliseerd in de bovenbenen, de rug en de schouders. Een verkrampte rijstijl is de voornaamste bron van dit soort aandoeningen. Zodra de ruiter eenmaal de goede zit heeft, verdwijnen de klachten snel.
Naast acute en chronische blessures bestaan er allergische reacties op stoffen van het paard.

Rugklachten bij het paardrijden
Sportblessures kunnen een ruiter flink in de weg zitten. Een in de paardensport helaas regelmatig gehoorde klacht gaat over pijn in de ruiterrug.

Klik hier voor artikel welke verschenen is in Paardensport

Bron: Paardensport, (november - 2012)

Zoek een sportzorgprofessional