• Snel herstel met onze oefeningen
  • Trainingsprogramma’s op maat
  • Betrouwbare informatie van de sportzorgprofessional

Triatleten en stolsels

Bij triatleten kan het voorkomen dat ze last krijgen van bloedstolsels. In dit artikel wordt aandacht besteed aan stolsels bij triatleten.

Tekst gaat onder de afbeelding verder
Triatleten en stolsels

De diagnose van diepe veneuze trombose (DVT) of longembolie (LE) bij triatleten, die klassieke symptomen vertonen, kan worden vertraagd of zelfs gemist omdat dergelijke medische problemen niet vaak worden verwacht door de getroffen sporter en ook niet door de arts.

Symptomen bloedstolsels

Diep Veneuze Thrombose - DVT

  • Zwelling, meestal in 1 been
  • Pijn en gevoeligheid in been
  • Roodheid en blauwverkleuring huid in been
  • Warm been

Long Embolie - LE

  • Plotse kortademigheid
  • Pijn op de borst (scherpe stekende pijn), kan erger worden bij diep ademhalen
  • Hoge hartslag
  • Onverklaarde hoest, soms bloed in speeksel

Bloedstolsels zijn zeldzaam bij jonge, gezonde mensen - en de meeste triatleten zijn jong en gezond. Dus DVT, LE en arteriële stolsels komen niet vaak voor bij triatleten.

Om het probleem te begrijpen waarmee een triatleet en de behandelend zorgverlener te maken heeft, is het belangrijk om eerst inzicht in de fysiologische situatie te krijgen. Ons lichaam bestaat uit een eindeloze tunnel van slagaders en aders waardoor bloed stroomt door het hele lichaam.

Slagaders zijn de bloedvaten waardoor het bloed vanuit het hart stroomt naar de periferie: de hersenen, de inwendige organen, de benen en de armen. Een bloedstolsel in een slagader leidt tot een beroerte, hartaanval of bedreigde ledematen door perifere arteriële stolsels die een pijnlijke, koude en bleke extremiteit (arm of been) veroorzaken.

Aders zijn de vaten waardoor bloed wordt teruggevoerd naar het hart. Een stolsel in de diepe aderen van de benen, armen, bekken, buik of rond de hersenen wordt een diepe veneuze trombose (DVT) genoemd.

Veel mensen denken dat bloedstolsels alleen bij oudere mensen optreden, maar niet bij jonge en ogenschijnlijk gezonde personen. Symptomen kunnen daarom geïnterpreteerd worden als iets minder ernstig. De symptomen van DVT  in het onderbeen worden vaak geïnterpreteerd als spierscheur, verstuikte enkel, of shin splints, terwijl de borstsymptomen van LE worden toegeschreven aan een verrekte spier, costochondritis (ontsteking van het gewricht tussen ribben en borstbeen), bronchitis, of een "lichte vorm van longontsteking."

(Tri)Atleet-specifieke risicofactoren voor stolsels

Als ogenschijnlijk gezonde persoon heeft een triatleet toch wel kans op het ontwikkelen van bloedstolsels. Verschillende omstandigheden zorgen bij de (tri)atleet en de niet-sporter voor een verhoogd risico op DVT en LE (tabel 2). Sporters, coaches en trainers moeten vooral bewust zijn van deze risicofactoren.

Bloedstolsels kunnen zich voordoen wanneer:

  • Er een verschil is tussen de twee systemen die het stollingsproces in evenwicht houden in het bloed, hetzij (A) te veel activiteit van de eiwitten en bloedplaatjes die voor de  stolling zorgen (het stollingssyteem) of (B) te weinig activiteit van het systeem dat bloedstolsels oplost die gevormd zijn (het ontstollingssysteem of fibrinolyse systeem);
  • Er een trauma (=schade) is aan de vaatwand, zoals kan optreden na b.v. een botbreuk;
  • Bloed terugstroom van de ledematen naar het hart is verminderd, zoals bij het zitten met gebogen benen in krappe posities voor een langere periode van tijd (b.v. lange vliegreis);
  • Het bloed "dikker" is dan normaal, zoals gebeurt wanneer een atleet gedehydrateerd (uitgedroogd) is. (maar ook bij gebruik van erytropoëtine (EPO) , of overmatige bloedtransfusies (bloeddoping) is dit het geval)

Er zijn weinig studies die de invloed van fysieke training op de vorming van bloedklonters en de afbraak er van hebben onderzocht. Het exacte netto effect van training op dit evenwicht is onbekend. Het is bekend dat bloedspiegels van het stollingseiwit "factor VIII" stijgt bij fysieke inspanning en ook verhoogd blijft gedurende herstel. Theoretisch zou dit leiden tot een verhoogd risico op bloedstolsels in atleten. Echter er is ook bij onderzoek aangetoond dat  het fibrinolytische systeem dat bloedklonters oplost ook wordt geactiveerd na inspanning.

Het netto-effect van deze veranderingen in de atleet niet bekend.

Atleet-Specifieke Risico Factoren voor DVT / LE

  • Reizen over grote afstanden/lange reistijden (vliegen, bus, auto)
  • Uitdroging (tijdens en na een zware lange wedstrijd)
  • Duidelijke letsel of trauma
  • Immobilisatie (brace of gips/spalk)
  • Botbreuk of nag rote operatie
  • Orale anti conceptie, hormonale therapie, zwangerschap (recent Diane-35 pil)
  • Familiaire voorgeschiedenis van DVT en/of LE
  • Erfelijk belast voor stollingsstoornis (bv Factor V Leiden)
  • Aangeboren afwijking van de anatomie van de bloedvaten

 

Atleet-specifieke uitdagingen en vragen

  • Kan ik mijn sport blijven, terwijl ik anti-stolling (bv warfarine, sintrom mitis, marcoumar) gebruik?
    Bij gebruik van anti-stolling is het risico op bloedingen verhoogt. Contactsporten en sporten met een risico op ernstig letsel (voetbal, hockey, basketbal, voetbal, gymnastiek, alpine skiën, of boksen) worden afgeraden bij iemand die anti-stolling medicatie gebruikt. Echter, atleten zoals lopers, fietsers en triatleten kunnen hun sport voortzetten, maar moeten oppassen bij gevaarlijke situaties, minder risico’s nemen, want bij valpartij is er een groter risico op ernstige bloedingen.
  • Hoe snel na een DVT of LE kan ik terug naar training?
    Patiënten met een DVT hebben vaak een aanzienlijke zwelling en veel pijn, die slechts langzaam in weken tot maanden verbeterd. Sommige resterende symptomen kunnen op lange termijn blijven bestaan, dit wordt aangeduid als "postthrombotisch syndroom."
    Het lijkt erop dat een maand na een DVT het niet schadelijk is om weer de activiteiten op te bouwen, het kan eigenlijk gunstig zijn en leiden tot minder symptomen van postthrombotisch syndroom. Ook het dragen van individueel aangemeten compressiekousen verlaagt het lange termijn risico voor postthrombotisch syndroom.
    Er zijn geen officiële richtlijnen ​​over wanneer en hoe snel een atleet zou terug kunnen gaan naar het sporten. Elke patiënt moet een individueel oefening. Er wordt wel afgezien van  sportieve activiteiten tijdens de eerste 10-14 dagen na een acute DVT of LE totdat de prop weer goed is vast gehecht aan de bloedvatwand en het risico dat de klonter loskomt (wat een LE veroorzaakt) is afgenomen.
    Maatregelen die een triatleet en trouwens ook niet-sporters moeten nemen om het risico op een DVT of LE te minimaliseren zijn vermeld in tabel 3. Voor de atleet zijn het belangrijkste  waarschijnlijk voorkomen van uitdroging, en pauzeren tijdens het reizen lange afstanden.

Hoe voorkom je bloedstolsels

  • Neem pauzes, stretch benen en draag compressiekousen tijdens lange reizen
  • Blijf voldoende drinken (tijdens en na zware training/wedstrijd)
  • Herken de symptomen van DVT of LE en indien ze er zijn wend je tot een arts
  • Realiseer je dat DVT en LE ook in atleten voorkomt
  • Ga na of er in je familie DVT en/of LE voor is gekomen
  • Bij grote operatie, ongeluk, lange immobiliteit vragen naar DVT profylaxe

Zoek een sportzorgprofessional