Cupping, werkt het echt?
Verschillende sporters zie je met met donkerrode vlekken op hun lichaam. Wat is dit en werkt het echt? Deze vragen worden hier beantwoord.
Het zal je misschien al opgevallen zijn, verschillende sporters op de Olympische Spelen in Rio de Janeiro (waaronder recordkampioen Michael Phelps) onder de donkere vlekken. Wat is dat eigenlijk?
Die donkere vlekken zijn het gevolg van een therapie genaamd "Cupping". Cupping is een van oorsprong Chinese behandelmethode. Hierbij worden kleine kopjes of glasjes verwarmd en op het lichaam geplaatst, om zich vervolgens vacuüm te zuigen.
De atleten gebruiken de cupping therapie voor het herstel. Cupping zou de bloedsomloop lokaal stimuleren, waardoor spieren sneller zouden herstellen.
De grote vraag is "Werkt deze methode nu echt?"
De beoefenaars van de cupping therapie claimen dat het werkt bij onder andere spierproblemen, pijnbestrijding, artritis, slapeloosheid, vruchtbaarheidsproblemen en cellulitis. Vooral de eerste twee effecten van de cupping therapie is voor topsporters handig.
Maar het effect van de cupping therapie is nooit wetenschappelijk bewezen volgens sportarts Paul Dobbelaar. Dobbelaar: "Met kopjes wordt het bloed naar de huid gezogen. Daardoor krijg je sneller een bloeduitstorting. Maar het bevordert niet de bloedtoevoer. Als je de wetenschappelijke literatuur erop na leest, kom je geen enkel bewijs tegen dat deze therapie helpt."
Over de redenen van sporters om toch gebruik te maken van de cupping therapie is Dobbelaar duidelijk. "In de topsport spelen geloof en bijgeloof een grote rol. Iemand die daar gevoelig voor is, zal eerder iets uitproberen. Dat is het enige wat ik kan bedenken. Maar bijvoorbeeld Michael Phelps gaat van die therapie echt niet sneller zwemmen".
Bronnen: BBC & De Limburger