• Snel herstel met onze oefeningen
  • Trainingsprogramma’s op maat
  • Betrouwbare informatie van de sportzorgprofessional
Wielrennen

Vraag aan de sportarts: Kan ik als wielrenner bloeddonor zijn? Gaat dit niet ten koste van mijn prestaties?

Kan ik als wielrenner bloeddonor zijn? Gaat dit niet ten koste van mijn prestaties?

Tekst gaat onder de afbeelding verder
Vraag aan de sportarts: Kan ik als wielrenner bloeddonor zijn? Gaat dit niet ten koste van mijn prestaties?

Vraag aan de sportarts

Kan ik als wielrenner bloeddonor zijn? Gaat dit niet ten koste van mijn prestaties?

Antwoord van de sportarts

Als iemand bloeddonor is, wordt als regel een halve liter bloed per keer afgenomen. Een volwassen persoon van gemiddeld postuur heeft ongeveer 5 liter bloed. Ook bij sporters van wie de ijzervoorraad op peil is, duurt het altijd één of meerdere weken voordat het gedoneerde bloed weer is aangemaakt, de rijpingsduur van een nieuwe rode bloedcel is ongeveer 6 weken. Voordat het zover is, heeft de bloeddonor te maken met een verminderd herstel- en prestatievermogen.

De training moet hierop dus tijdelijk worden aangepast, waarbij de sporter extra oplet hoe hij/zij zich voelt tijdens en (daags) na de training. Het is dus niet verstandig bloed te doneren vlak voor een belangrijke wedstrijd of in een zware trainingsperiode. Hoe lang de herstelperiode is na een bloeddonatie, verschilt per persoon en hangt bijvoorbeeld af van de ijzervoorraad die iemand heeft. Aangezien intensief trainende duursporters toch al vaker een ijzertekort ontwikkelen, kan het voor velen van hen echt een probleem zijn om naast hun intensieve training twee keer per jaar een halve liter bloed geven. Het is daarom begrijpelijk dat veel prestatiegericht ingestelde duursporters van bloeddonatie afzien.

Gelukkig is er ook een andere vorm van donorschap, waarbij er geen verhoogde kans is op het ontstaan van bloedarmoede. En dat is de donatie van plasma, waaraan ook een grote behoefte is. Bij deze vorm van donatie wordt door middel van plasmaferese alleen het plasma (het vochtgedeelte van het bloed) afgenomen. De bloedcellen worden weer teruggebracht in de bloedbaan van de donor. Het aldus verkregen plasma kan in zijn geheel aan patiënten worden toegediend of er kunnen eiwitten worden uitgehaald die voor patiënten van belang kunnen zijn:

  • Stollingseiwitten zorgen voor de stolling van het bloed. Mensen met bloederziekte (hemofilie) missen één van deze stollingseiwitten. Hierdoor kan hun bloed niet goed stollen. Dit kan ernstige gevolgen hebben bij spontane inwendige bloedingen, operaties en ongelukken. Met de stollingseiwitten uit het donorplasma kunnen mensen met bloederziekte worden geholpen en een vrijwel normaal leven leiden.
  • Afweerstoffen worden gevormd na besmetting met een ziekteverwekker of na eenvaccinatie en zijn van belang voor de afweer. Om patiënten te kunnen beschermen, bestaat er behoefte aan afweerstoffen tegen geelzucht (hepatitis A, hepatitis B), tetanus en andere ziekteverwekkers.

Plasmadonor zijn is minder belastend voor het lichaam dan gewone bloedafname, omdat de donor de bloedcellen (en dus ook het ijzer) terugkrijgt. De donor raakt alleen ruim een halve liter plasma kwijt. Het afgenomen vocht is met drinken binnen enkele uren aangevuld, terwijl de afgestane eiwitten binnen een dag weer zijn aangemaakt. Daarom is het verantwoord om na een dag alweer hard te trainen. In principe kunnen sporters dus zonder nadelen voor hun trainingsopbouw of wedstrijd plasmadonor worden.

Heb jij ook een vraag aan de sportarts?

Kijk voor een sportarts bij jou in de buurt op www.sportzorg.nl/zoek-een-sportzorgprofessional of stel je vraag aan de Digitale Sportarts.


Zoek een sportzorgprofessional