• Snel herstel met onze oefeningen
  • Trainingsprogramma’s op maat
  • Betrouwbare informatie van de sportzorgprofessional

Worstelen

Blessures bij worstelen

Het worstelen behoort tot de 'niet zachtzinnige sporten'. Door de strenge reglementering op het gebied van hygiëne,worstelmat en techniek valt het aantal blessures echter mee.
De aard van de sport brengt met zich mee, dat aan wedstrijdsport doen zonder blessuresop te lopen niet mogelijk is. Ribcontusies en torsieblessures van vingers, elleboog, schouder en de cervicale wervelkolom zijn niet altijd te voorkomen. Andere aandoeningen kunnen echter wel teruggedrongen worden, zoals het beruchte bloemkooloor door het dragen van oorbeschermers.

Huid
Door het intensieve lichamelijke contact bij het worstelen komen huidaandoeningenfrequent voor. Veel worstelaars zijn geneigd door te worstelen bij aanwezigheid van 'onschuldige wondjes, zweertjes of schaafwonden'. Deze vormen een bron van huidinfecties.

Iedere huid infectie dient ogenblikkelijk behandeld te worden en de worstelaar mag zijn activiteiten op de mat pas weer hervatten na volledige genezing.

Preventieve maatregelen bestaan uit:

  • een schone worstelmat, die dagelijks gereinigd moet worden
  • korte haren en schone nagels, die dagelijks moeten worden bijgehouden
  • niet worstelen bij open wondjes of andere huidaandoeningen
  • goede hygiëne na afloop van de training en wedstrijd in de vorm van douchen en schone handdoeken

Hoofd
Kneuzingen van ogen, neus en gebitselementen door direct contact met de tegenstander of met de mat worden regelmatig gezien, maar hebben doorgaans weinig consequenties.

Veelal volstaat een goede eerste hulp. Verwondingen aan de neus kunnen wel zeer pijnlijk zijn en veroorzaken soms een gedwongen opgave in de wedstrijd.
Het zogenaamde bloemkooloor is een typische worstelaandoening. Door direct geweld ontstaat in het bovenste 1/3 gedeelte van de oorschelp een bloeding, dat zeer pijnlijk kan zijn en uitzakt. Indien de bloeding niet tijdig leeggeprikt wordt, gevolgd door druk om nieuwe bloeding tegen te gaan, ontstaan bindweefselwoekeringen, die leiden tot ernstige misvormingen van het oor. De enige preventieve oplossing bestaat uit het dragen van oorbeschermers, die tijdens de wedstrijden echter verboden zijn.

Cervicale wervelkolom
Er is geen sport, waarbij de nek zo zwaar belast wordt als bij worstelen. Vooral ongeoorloofde technieken als uittillen zonder de tegenstander de kans te geven het hoofd over de schouder af te laten rollen en schuiven in de brugstand kunnen letsels van de cervicale wervelkolom veroorzaken. Kneuzingen zijn het gevolg. Regelmatig worden daarbij motorische en sensibele uitvalsverschijnselen gezien, die meestal na enkele uren of dagen verdwijnen. Een enkele keer ontstaan ernstige aandoeningen als wervelbreuken, ontwrichtingen en hernia's.

Krachttraining van de nekspieren vormt een essentieel onderdeel bij de preventie van dit soort letsels, naast een uitgebreid oefenprogramma om de mobiliteit van de nek te onderhouden.
Daarbij moet vermeden worden te grote compressie te laten plaatsvinden, bijvoorbeeld door draaien in de brugstand.
Veel beter is onbelaste spierkrachttraining met behulp van een partner.

Schouder
Vallen op de schouder en het overschrijden van de maximale bewegingsgrenzen leiden schoudergewricht- en peesletsels.

Een goede valtechniek kan in veel gevallen ernstige schade voorkomen.

Elleboog
Aandoeningen van de elleboog ontstaan door krachtige opvangreacties, onreglementaire grepen en vallen op de elleboog.

De meest voorkomende blessure is een sprain van het elleboogkapsel door overstrekking. Op enige afstand volgen ontwrichting, breuken en slijmbeursontsteking. De laatste blessure kan voorkomen worden door het dragen van elleboogbeschermers.

Pols/hand
Vinger- en duimblessures komen vaak voor. De vinger en de duim komen regelmatig in de knel bij het grondwerk en door valpartijen. Profylactisch tapen en een goede eerste hulp bieden soelaas.

Lumbale wervelkolom
Door het optillen van de tegenstander met overstrekkings- en draaimomenten wordt de lumbale wervelkolom zwaar belast. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de ceintuurgreep. Ook de krachttraining doet een beroep op de rug. Op basis van beginnende hernia's kan hierdoor acute spit ontstaan.

Knie
Ongeveer een kwart van alle worstelblessures betreft de knie. Vrije stijl worstelaars nemen het overgrote deel voor hun rekening, gezien de beperkingen die opgelegd worden aan het Grieks-Romeins worstelen.

Chronische overbelasting of acute trauma's (doorgaans overstrekking met draaiing) kunnen leiden tot meniscus- en bandlaesies en kraakbeendefecten. Het vele vallen op de mat kan een slijmbeursontsteking veroorzaken.
Preventie moet zich vooral richten op het voorkomen van recidieven door een te vroege sporthervatting. Gecombineerde knieletsels maken een voortzetting van de wedstrijdactiviteiten vaak onmogelijk.

Voet/enkel
Door de uitvoering van de worstelschoenen (voorzien van een hoge schacht) komen aandoeningen in deze regio niet veel voor. Net als bij de knie blijven ze vooral beperkt tot de vrije stijl worstelaars.

Worstelen is gebaseerd op techniek, kracht en de zogenaamde matconditie.
De techniek komt vooral tot uiting bij de grepen en worpen. De grepen zijn streng gereguleerd.

Armklemmen, beenklemmen en verwurgingen, die bij het judo toegepast mogen worden zijn bij het worstelen verboden. Alle grepen, die 'tegen het gewricht ingaan' en dus tot blessures kunnen leiden worden door de scheidsrechter bestraft met een waarschuwing en bij herhaling met uitsluiting.

Om de techniek van de grepen volledig te beheersen is een jarenlange technische scholing nodig. De grepen worden alle benoemd met als bekendste voorbeeld de dubbele Nelson (dubbele oksel-nekgreep in de zogenaamde kniebrugstand).
De brugstand, waarbij de op de rug liggende worstelaar alleen met het hoofd en de voeten op de mat steunt wordt voornamelijk gebruikt als verdedigingsmiddel, maar kan ook de basis zijn van aanvallende acties.
Indien een worstelaar een puntenvoorsprong heeft genomen, bijvoorbeeld door een worp of door de tegenstander in een gevaarlijke situatie te brengen, kan hij zich niet beperken tot het verdedigen van die voorsprong. Passiviteit wordt meteen bestraft.

Naast techniektraining doen worstelaars intensief aan krachttraining. Snelkracht is een absolute vereiste bij de grepen en worpen. Deze krachtvariant kan echter alleen goed getraind worden als ook de algemene kracht voldoende is.
Beide vormen moeten dus in het trainingspakket zijn opgenomen.
Net als veel andere krachtsporters komen sommige worstelaars in de verleiding anabole steroïden te gebruiken. Bij nationale en internationale kampioenschappen wordt hierop gecontroleerd.

Gezien de korte duur van een worstelwedstrijd en de zeer hoge intensiteit moeten worstelaars een goed anaeroob uithoudingsvermogen bezitten. Na 2 x 3 minuten zijn beide kemphanen volledig uitgeput. Bij toernooien moeten er wel eens 5 à 6 partijen geworsteld worden. Bij een onvoldoende aerobe basisconditie kan dit problemen veroorzaken.

Het aerobe uithoudingsvermogen behoeft echter niet zodanig te zijn dat frequente duurtraining noodzakelijk is. De matconditie wordt voornamelijk getraind door oefenwedstrijdjes van korte duur (bijvoorbeeld 1 minuut) met korte herstelpauzes.

Het prestatievermogen kan nadelig beïnvloed worden, omdat sommige worstelaars te veel moeten aftrainen c.q. afvallen om tot een bepaalde gewichtscategorie te behoren. Een vergelijkbaar probleem als bij judo en boksen.

Zoek een sportzorgprofessional